U bent hier:  Professional / Ventilatie / Projectontwikkelaar / Initiatieffase / Belang onderkennen goed werkend ventilatiesysteem

Belang onderkennen van een goed werkend ventilatiesysteem

 

Ventilatie is een uitwisseling van binnen- en buitenlucht. De ‘vervuilde’ lucht in het gebouw wordt naar buiten afgevoerd, terwijl er ‘schone’ of verse buitenlucht wordt toegevoerd. Ventilatie van gebouwen gebeurt door luchtdrukverschillen die luchttransporten veroorzaken via openingen in de gebouwschil. De luchtdrukverschillende kunnen veroorzaakt worden door natuurlijke krachten (wind en temperatuurverschillen) maar ook door mechanische krachten (ventilatoren).

Waarom ventileren?

Ventilatie draagt bij aan het handhaven van een goed en gezond binnenmilieu. De allereerste bouwvoorschriften in Nederland (benoemd in de Woningwet) zijn met het oog daarop geïnitieerd. Verontreiniging van de binnenlucht wordt veroorzaakt door bronnen die deel uit maken van de woningen en bronnen die zich niet permanent in de woningen bevinden. Deze bronnen bepalen de kwaliteit van het binnenmilieu en daaraan gerelateerd de behoefte aan of de noodzaak van ventilatie. Hoe meer geventileerd wordt, hoe beter de kwaliteit van het binnenmilieu. Dat lijkt dus een simpel op te lossen probleem.

Ventilatie heeft echter ook invloed op het thermisch comfort, het akoestisch comfort en het energiegebruik. Een goed ontwerp en een juist gebruik van het ventilatiesysteem moeten ervoor zorgen dat de tegenstrijdige belangen op elkaar afgestemd worden. Gezondheid was in 1901 een van de belangrijkste aanleidingen om via de Woningwet bouwvoorschriften in te voeren (‘toetreding van licht en lucht’).  In de afgelopen honderd jaar is er veel verbeterd aan de omstandigheden waarin mensen wonen. Om het energiegebruik terug te dringen zijn alle kieren gedicht en gevolg daarvan is dat de lucht in de woning niet meer vanzelf ververst wordt. Dat vraagt om systemen waarmee gedwongen, dat wil zeggen door middel van een ventilator, de binnenlucht ververst wordt. In het Bouwbesluit zijn eisen geformuleerd waaraan een ventilatiesysteem moet voldoen.

Ventilatie en gezondheid

Zonder ventilatie ontstaan al snel allerlei problemen die van invloed zijn op ons welzijn en onze gezondheid.Want waar gewoond wordt,wordt geademd, gekookt, verwarmd, gewassen, gedoucht… Een gemiddeld gezin 'produceert' op deze manier 14 tot 20 liter vocht per etmaal, als ook allerlei (vaak ongezonde) stoffen uit kleding, beddengoed, tapijt, parket, kranten en sigaretten. In zo'n klimaat krijgen allerlei schimmels en ongedierte zoals huismijt ruim baan om zich te ontwikkelen. Terwijl kook-, rook- en huisdierluchtjes urenlang in huis blijven hangen.

Uit diverse onderzoeken is gebleken dat de belangrijkste risico’s voor gezondheid in relatie tot de omgeving gerelateerd zijn aan het binnenmilieu. Gemiddeld brengen Nederlanders ongeveer 70% van de tijd door in de eigen woning. Verontreiniging van het binnenmilieu in combinatie met de verontreiniging van buitenlucht heeft een negatieve invloed op de longfuncties en veroorzaakt een verergering van luchtweggerelateerde klachten als astma en chronische bronchitis. Daadwerkelijke gezondheidsklachten worden onder andere veroorzaakt door vocht, schimmels, verschillende luchtverontreinigende stoffen, geluid en stank in de woning. De meeste klachten die ontstaan door een minder goed binnenmilieu betreffen problemen met ademhalingswegen, zoals kortademigheid en benauwdheid. Daarnaast kunnen klachten ontstaan als hoofdpijn, vermoeidheid, droge huid, geïrriteerde slijmvliezen, regelmatige verkoudheid en slaapproblemen.

Gezondheidsklachten door stofmijt

Vooral mensen met een luchtwegaandoening (5 tot 20% van de Nederlanders) krijgen snel gezondheidsklachten in een slecht geventileerde woning. Door de woningisolatie is het aantal stofmijten in de afgelopen 25 jaar verhonderdvoudigd. Het aantal CARA patiënten is de laatste 15 jaar verdubbeld. Onderzoek door het Astma Fonds heeft aangetoond dat vooral vochtbestrijding in woningen fors bijdraagt aan het verminderen van allergische reacties bij mensen met luchtwegaandoeningen.

Ventilatie en geluid van buiten

Door toepassing van stillere motoren en geluiddempers werken moderne ventilatie-installaties steeds stiller. Ze leveren nauwelijks nog geluidshinder op. Gebalanceerde ventilatiesystemen hebben in principe zelfs helemaal geen raamroosters nodig om goed te kunnen functioneren. Dit maakt deze systemen ideaal voor toepassing in woningen bij drukke straten en wegen, vliegvelden of andere situaties waar mensen last hebben van geluidshinder.

Ventilatie en energie

Goede ventilatie en energiebesparing lijken met elkaar in tegenspraak. Aan de ene kant leidt ventilatie tot warmteverlies, omdat warme binnenlucht naar buiten wordt gevoerd en de vers aangevoerde buitenlucht weer moet worden opgewarmd. Dit resulteert dus tot extra energiegebruik en hogere stookkosten. Daar staat tegenover dat goed ventileren ook bijdraagt aan een beperking van de warmtevraag. Wanneer de ventilatieroosters worden gesloten om het warmteverlies tegen te gaan, zal men door de vochtige binnenlucht snel geneigd zijn de verwarming hoger te zetten.Wat uiteindelijk weer resulteert in een verhoging van de stookkosten.

Aan de andere kant verbruiken moderne ventilatiesystemen heel weinig stroom. En met gebalanceerde ventilatiesystemen met warmteterugwinning gaat het energiegebruik nog veel verder omlaag omdat de warmte uit de afgevoerde lucht gebruikt wordt om de binnenkomende verse lucht te verwarmen.

Ventilatie en wettelijke eisen

Ventilatiesystemen in gebouwen moeten voldoen aan eisen zoals deze in het Bouwbesluit (www.bouwbesluitonline.nl) zijn gedefinieerd. Dit zijn de minimumeisen waaraan altijd voldaan moet worden (publiekrechtelijke eisen). De naleving van de voorschriften bij ontwerp en bouw, het (private) toezicht tijdens de bouw en het controleren van de prestaties van gebouwen en installaties bij de oplevering, is van groot belang. De gemeente draagt zorg voor toezicht op die naleving, ook bij de aanvraag om bouwvergunning.

Daarnaast kunnen ook aanvullende eisen gesteld worden door de opdrachtgever (privaatrechtelijke eisen). Zoals eisen om te voldoen aan:

  • kwaliteitseisen conform de ISSO-publicaties 61 en 62 (vanuit kwaliteitsoverwegingen moet in principe ieder ventilatiesysteem aan deze publicaties),
  • GIW-eisen,
  • Eigen eisen van de opdrachtgever.

 

Flexibiliteit

Onbenoemde ruimtes (bijvoorbeeld zolder) hoeven niet te voldoen aan de eisen voor een verblijfsruimte of verblijfsgebied, zoals hoogte, elektra-aansluitingen, daglichttoetreding, verwarming en ventilatie. Onbenoemde ruimtes in het ontwerp worden in de loop van het bouwtraject, als meerwerkoptie, of na oplevering toch ingezet als verblijfsruimte, de zolder wordt bijvoorbeeld  slaapkamer. De ruimte voldoet dan vaak niet aan alle eisen voor een verblijfsruimte, met alle gevolgen wat betreft functionaliteit, veiligheid, gezondheid en comfort.

Ruimere dimensionering van het ventilatiesysteem biedt dan gebruiksflexibiliteit. Het is de overweging of het advies waard om een onbenoemde ruimte zo te ontwerpen dat er later met minimale aanpassingen een verblijfsruimte van gemaakt kan worden. Dit levert op termijn meer woonkwaliteit op en geeft de woning een meerwaarde. Dit aspect dient meegenomen te worden in het optiepakket, zodat kopers een bewuste keuze kunnen maken.

Gebruik ventilatiestanden

Het Bouwbesluit vereist dat midden- en laagstand respectievelijk maximaal 25 en 10% van de minimale ventilatiecapaciteit bedragen. Alleen in de hoogstand (stand 3) wordt als het goed is voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit. Vanwege allerlei oorzaken gebruiken de meeste bewoners standaard de laagstand (stand 1); dit is bedoeld als de zogenaamde ‘vakantiestand’, zodat bij afwezigheid van de bewoners nog minimaal geventileerd wordt. Uit onderzoeken blijkt dat minimaal 80% van de bewoners overschakelt op de hoogstand (stand 3) bij koken en/of douchen. Een beperkt aantal bewoners past de ventilatiestand aan op de aanwezigheid van personen en het aantal aanwezige personen. De praktijk leert dat gemiddeld genomen 90% van de tijd het ventilatiesysteem op stand 1. Dit betekent dus dat continu de woningen maar met een minimaal debiet geventileerd worden.

Voorbeeld van standenschakelaar

Ventilatie als onderdeel van een klimaatsysteem

Ventilatie is slechts één van de factoren die bijdragen aan een gezond en comfortabel binnenklimaat. Een klimaat waarin het zomer én winter plezierig toeven is. Dit alles in samenhang met onze leefomgeving en in combinatie met een laag energiegebruik. Een goed ventilatiesysteem is wel een voorwaarde om een gezond en comfortabel woonklimaat te creëren, maar er spelen meer zaken een belangrijke rol, zoals verwarming, koeling en de afwezigheid van hinderlijke tochtstromen. Dit vraagt om een samenhang tussen bouwkundige zaken (zoals kierdichting en keuze van isolatiewaardes), het afgiftesysteem voor warmte en eventueel koude (bijvoorbeeld radiatoren of vloerverwarming) en de mogelijkheid om te koelen.

 

Andere onderwerpen in de initiatieffase:    

1.2

Interactie tussen ventilatiesysteem en bouwkundige en installatietechnische keuzes

1.3

GIW van toepassing?

1.4

Eisen wat betreft geluidsbelasting door installatiegeluid

1.5

Hogere ventilatiecapaciteit dan wettelijk voorgeschreven

 

Naar ontwerpfase