U bent hier:  Professional / Ventilatie / Projectontwikkelaar / Ontwerpfase / Bewuste keuze maken voor 'n type ventilatiesysteem

Bewuste keuze voor een type ventilatiesysteem

Ventilatie kan op twee manieren gerealiseerd worden:

  • natuurlijke ventilatie,
  • mechanische ventilatie.

 

Natuurlijke ventilatie wordt veroorzaakt onder invloed van wind- en temperatuurverschillen (warmte lucht stijgt op en koude lucht zakt naar beneden). Natuurlijke toevoer van ventilatielucht kan plaatsvinden via ventilatieopeningen in de gevel, zoals ventilatieroosters en klepramen. Afvoer van de lucht uit het gebouw gebeurt via bouwkundige kanalen of openingen als gevolg van trek (schoorsteeneffect).

Mechanische ventilatie gebeurt via ventilatoren, waarbij de lucht met behulp van een ventilator in het gebouw wordt gebracht (via inblaasroosters en eventueel een kanalensysteem tussen ventilator en ruimte).

 

Typen ventilatiesystemen

Er worden 4 typen ventilatiesystemen onderscheiden:

  • systeem A: natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer,
  • systeem B: mechanische toevoer en natuurlijke afvoer,
  • systeem C: natuurlijke toevoer en mechanische afvoer,
  • systeem D: mechanische toevoer en mechanische afvoer (gebalanceerde ventilatie).

 

De systemen C en D  worden in nieuwbouwwoningen toegepast; de systemen A en B zelden of nooit.

Natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer (systeem A)

In dit systeem is er geen mechanische ventilator toegepast. De woning wordt geventileerd door roosters in kozijnen en klepramen. Door de invloed van wind en temperatuurverschillen ontstaat over de ventilatieopening een drukverschil dat de toevoer van lucht op gang brengt.Natuurlijke afvoer vindt meestal plaats via bouwkundige kanalen,waarbij de thermische trek (het schoorsteeneffect) de belangrijkste drijvende kracht is. Vaak is er hier wel sprake van een gezond binnenklimaat, maar zijn er enorme warmteverliezen. Dit ventilatiesysteem is veel te vinden in woningen gebouwd voor 1970.

Mechanische toevoer en natuurlijke afvoer (systeem B)

Via een kanalensysteem wordt mechanisch lucht toegevoerd in alle kamers. Natuurlijke afvoer vindt meestal plaats via bouwkundige kanalen,waarbij de thermische trek (het schoorsteeneffect) de belangrijkste drijvende kracht is.

Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer (systeem C)

Dit systeem werkt met in meerdere of mindere mate regelbare ventilatie voorzieningen (roosters) in de buitengevels voor de luchttoevoer. De luchtafvoer vindt plaats via openingen in binnenwanden (overstroomvoorzieningen, zoals spleten onder binnendeuren) en door een kanalensysteem waardoor lucht uit de keuken, het toilet, de badruimte en eventuele andere ruimtes wordt afgezogen door een centrale afzuigunit, die veelal geplaatst wordt op de zolder of het dak. De afzuiging is regelbaar in drie standen (hoog, midden en laagstand).

Door het gebruik van zelfregelende roosters (die ongeachte de windbelasting op de gevel altijd dezelfde hoeveelheid ventilatielucht doorlaten), wordt voorkomen dat bij grote drukverschillen meer geventileerd wordt dan nodig is en wordt de kans op tochtklachten verminderd.

Mechanische toevoer en mechanische afvoer (systeem D of gebalanceerde ventilatie)

In tegenstelling tot systeem C wordt bij een gebalanceerd ventilatiesysteem de buitenlucht niet aangezogen via roosters in de muren en kozijnen. Er zijn dus geen luchttoevoerroosters in de gevel nodig. De ventilatie-unit bevat twee ventilatoren: één om vervuilde lucht naar buiten af te voeren en één om verse buitenlucht naar binnen te blazen. Via een kanalensysteem wordt mechanisch lucht toegevoerd, vanaf een centrale toevoerunit via een kanalenstelsel naar alle kamers. De lucht wordt afgevoerd via openingen in binnenwanden (overstroomvoorzieningen, zoals spleten onder binnendeuren) en door een kanalensysteem waardoor lucht uit de keuken, het toilet, de badruimte en eventuele andere ruimtes wordt afgezogen door een centrale afzuigunit. De afzuiging is regelbaar in drie standen (hoog, midden en laagstand).

Gebalanceerde ventilatie wordt bijna altijd gecombineerd met warmteterugwinning, waarbij de warmte uit de afgezogen lucht wordt gehaald om daarmee de verse buitenlucht voor te verwarmen. Dit beperkt het warmteverlies door ventilatie met maar liefst 95% (NEN 5128). Dit systeem wordt toegepast in nieuwbouw sinds begin jaren 90.

Tijdens koele zomernachten is warmteterugwinning niet wenselijk omdat dan toevoer koele buitenlucht gewenst is om doorwarming en oververhitting van de woning te voorkomen. De toepassing van een zogenaamde bypass in de warmteterugwinunit wordt in de zomerperiode automatisch de warmterugwinning ‘omzeild’ als de temperatuur in de woning hoger is dan de buitentemperatuur.

Nieuwe ontwikkelingen

Als gevolg van de EPC-aanscherping brengen verschillende fabrikanten nieuw typen ventilatiesystemen op de markt. Dit geldt zowel voor systemen op basis van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer als  balansventilatie. De verbeteringen zijn er met name op gericht om de ventilatiehoeveelheden te beperken. Optimalisatie van de toevoerroosters (zelfregelende roosters) is een eerste stap om de ventilatieverliezen te beperken. Deze roosters laten onafhankelijk van de winddruk een constante luchthoeveelheid door (deze optie geldt alleen voor ventilatiesystemen C).

De ventilatieverliezen kunnen nog verder beperkt worden door alleen te ventileren als het nodig is, bijvoorbeeld vraagsturing door middel van een ‘intelligente standenknop’, aanwezigheidsdetectie of een sensor die de luchtkwaliteit bepaald (CO2-gehalte of luchtvochtigheid). Onder vraaggestuurde ventilatie worden 'intelligente' systemen verstaan die automatisch reageren op de ventilatiebehoefte in huis. Een centrale regelunit past de ventilatie direct aan op het leefpatroon van het huishouden. De luchttoevoer via roosters wordt afgestemd op de ventilatiebehoefte en dus op de luchtafvoer. Vraagsturing kan gecombineerd worden met zowel ventilatiesysteem C als D.

Daarnaast blijven fabrikanten er alert op om het energiegebruik van bijvoorbeeld ventilatoren te beperken. Een andere ontwikkelingsrichting is de introductie van ventilatiesystemen per ruimte.

Op langere termijn zullen gecombineerde systemen mogelijk doorbreken; deze zijn gebaseerd op het principe ‘natuurlijke ventilatie als het kan en mechanische ventilatie als het moet’.

Lokale ventilatiesystemen

De voorgaande beschrijvingen van de ventilatiesystemen C en D zijn gebaseerd op centrale mechanische systemen (voor afvoer en eventueel ook toevoer). Er zijn verschillende leveranciers die nieuwe systemen op de markt brengen, gebaseerd op het principe van lokale of decentrale mechanische toevoer, al dan niet gecombineerd met een lokale afvoer. Deze systemen dienen altijd gecombineerd te worden met andere ventilatiesystemen, omdat anders niet voldaan wordt aan de Bouwbesluiteisen wat betreft afzuigdebieten voor toilet, keuken en badkamer.

Lokale gebalanceerde ventilatiesystemen bestaan uit ventilatie-units per ruimte. Deze units zijn kleine uitvoeringen van balansventilatiesystemen. Bij dit systeem worden in een vertrek aan de gevel één of meerdere units geplaatst. In de unit is een warmtewisselaar geplaatst. De unit is vaak geïntegreerd met de radiator. Bij dit systeem zijn geen lange toe- en afvoerkanalen nodig (alleen kanalen door de gevel). Ieder vertrek beschikt dan over een ventilatie-unit met warmteterugwinning waarbij lucht rechtstreeks vanaf buiten wordt aangevoerd en vervuilde lucht naar buiten wordt afgevoerd. Sturing vindt plaats op basis van bijvoorbeeld de aanwezigheid van CO2 of vocht. Dit is een eenvoudiger systeem dan centrale balansventilatie. Energiebesparing vindt plaats door beperking van het ventilatievoud van de woning. Deze decentrale balansventilatiesystemen dienen wel gecombineerd te worden met een centrale mechanische afzuiging vanuit de toiletten, badkamer en keuken (in combinatie met toevoer van ventilatielucht via roosters). Daardoor is er een tijdelijke onbalans als de afvoer aanstaat. Dat heeft, indien de bewoner daar goed mee omgaat, weinig invloed op het energieverlies. Dit systeem wordt vaak toegepast op een wijze dat de woonkamer van een unit wordt voorzien, terwijl op de slaapverdieping een vorm van natuurlijke ventilatietoevoer wordt toegepast (met zelfregelende roosters).

Welk ventilatiesysteem?

Er is een grote keuze in ventilatiesystemen voor woningen. De verschillen schuilen vooral in de toepassing, functionaliteit, vormgeving en extra mogelijkheden. Dit vraagt om een zorgvuldige keuze van het ventilatiesysteem. Door een ventilatiesysteem een sleutelrol te geven bij het ontwerp van de woninginstallatie (en niet meer zoals vaak gebeurt: een sluitpost op de begroting) krijgt de bewoner een woning die gezonder, comfortabeler en energiezuiniger is. Kortom een woning, waar hij of zij met plezier een lange tijd in woont, zonder klachten over allerlei technische (en dus voorkombare of oplosbare) problemen.

De volgende aandachtspunten kunnen benoemd worden waaraan bij de keuze voor een ventilatiesysteem en het ontwerp van de totale woninginstallatie aandacht moet worden geschonken.

  1. Interactie tussen type ventilatiesysteem, warmteafgiftesysteem (vloerverwarming of radiatoren) en isolatiegraad van de woning; als het ventilatiesysteem niet afgestemd is op de woningkarakteristieken dan zullen comfortklachten ontstaan, die kunnen resulteren in onjuist gebruik van de ventilatievoorzieningen, waardoor de luchtkwaliteit verslechtert.
  2. Beoordeel het te selecteren ventilatiesysteem met betrekking tot de consequenties van het ventilatiesysteem op het gebied van comfort, bedienbaarheid, onjuist gebruik (bijvoorbeeld sluiten van roosters of uitzetten ventilator), onderhoud en mogelijke geluidsbronnen.
  3. Selecteer een  systeem dat eenvoudig door de bewoners bediend kan worden.
  4. Schenk aandacht aan een correct ontwerp en een correcte realisatie van het ventilatiesysteem, conform de bestaande voorschriften en de ontwerphandleiding van de leverancier; bezuinigingen bij het ontwerp of de realisatie leveren achteraf bijna altijd klachten op.
  5. Zorg voor een goede uitleg aan de bewoners over de werking en het onderhoud van het systeem en zorg voor een overzichtelijke en begrijpelijke bewonershandleiding.

 

De volgende tabellen kunnen een hulpmiddel zijn bij de selectie van het ventilatiesysteem.

Tabel 2.1.1: Vergelijking diverse systemen (bron: publicatie ‘Woningventilatie en EPN’ van SBR, mei 2006) 

 

Systeem C (natuurlijke toevoer en centrale mechanische afvoer) = referentie

Systeem D (balansventilatie)

Lokale of decentrale balansventilatie

Gegarandeerd debiet

-

+

+

Sensorsturing

-

+

+

Filtering ventilatielucht

-

+

+

Onafhankelijke luchttoevoer

-

+

-/0

Drukbeheersing

-

+

0

 

Tabel 2.1.2: Vergelijking invloed van bewoners op diverse ventilatiesystemen (bron: publicatie ‘Woningventilatie en EPN’ van SBR, mei 2006 en ervaringen DWA) 

 

Systeem C (natuurlijke toevoer en centrale mechanische afvoer) = referentie

Systeem D (balansventilatie)

Lokale of decentrale balansventilatie

Effecten van gedrag van bewoners

 

 

 

Gebruikersinvloed

*

*

**

Onderhoud

*

**

*

Meubilair en inrichting

**

**

**

Effecten van levensstijl van bewoners

 

 

 

Koken

*

*

**

Roken

**

**

**

Hygiëne

**

*

*

Apparatuur

0

0

0

Huisdieren

*

*

*

Planten

0

0

0

Effecten van karakteristieken van bewoners

 

 

 

Betrokkenheid

*

*

0

Kennis

*

*

*

Fysieke conditie m.b.t. gebruik

*

0

0

Fysieke conditie m.b.t. onderhoud

*

*

**

Invloed op het functioneren van het ventilatiesysteem:

***  = veel invloed

**    = invloed

*     = weinig invloed

0    = geen invloed

 

Toepassingsmogelijkheden ventilatiesystemen in combinatie met afgiftesystemen voor verwarming en bouwkundige uitgangspunten. 

Concep1 Radiatoren en HR-ketel

 

Concept 1a

Concept 1b

Bouwkundige uitgangspunten

Ondergrens: conform Bouwbesluit

Rc-waarde minimaal 2,5 m2K/W

HR glas

Ventilatiesysteem

Centrale mechanische afzuiging, decentrale natuurlijke toevoer

Gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning, bypass voor zomercomfort

Aandachtspunten

Wanneer extra aandacht wordt geschonken aan gevelisolatie (> Bouwbesluit) dan bij voorkeur drukgeregelde roosters toepassen; kans op tochtklachten blijft echter aanwezig.

Let op bij de selectie van drukgestuurde roosters: luchttoevoer moet altijd gegarandeerd zijn en luchttoevoer moet onafhankelijk van winddruk een constante volumestroom leveren.

Ventilatiesysteem is centraal geregeld en is in principe altijd in bedrijf. Gebruiker heeft hier beperkte invloed op.

Bij selectie en plaatsing van ventilatiesysteem is aandacht voor geluidsoverlast en onderhoud cruciaal (ontwerp + realisatie conform ISSO publicatie 62).

 

 

 

Concept 2 Vloerverwarming en HR-ketel

 

Concept 2a

Concept 2b

Bouwkundige uitgangspunten

Rc-waarde minimaal 3,5 m2K/W

HR++ glas

Ventilatiesysteem

Centrale mechanische afzuiging, decentrale natuurlijke toevoer door middel van drukgeregelde roosters

Gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning, bypass voor zomercomfort

Aandachtspunten

- Let op bij de selectie van drukgestuurde roosters: luchttoevoer moet altijd gegarandeerd zijn en luchttoevoer moet onafhankelijk van winddruk een constante volumestroom leveren; kans op tochtklachten blijft echter aanwezig..

- Ontwerp en realisatie vloerverwarming conform ISSO -publicatie 49.

- Ventilatiesysteem is centraal geregeld en is in principe altijd in bedrijf. Gebruiker heeft hier beperkte invloed op.

- Bij selectie en plaatsing van ventilatiesysteem is aandacht voor geluidsoverlast en onderhoud cruciaal (ontwerp + realisatie conform ISSO publicatie 62).

- Ontwerp en realisatie vloerverwarming conform ISSO-publicatie 49.

 

 

 Andere onderwerpen in de ontwerpfase: 

2.2

Hoe om te gaan met onbenoemde

ruimte

Systeemkeuze

2.6

Plaats aanzuigopening ventilatiesysteem

2.7

Afzuigkap

2.8

Bypass voorziening

2.10

Plaats standenschakelaar

2.11

Type standenschakelaar

2.12

Onderhoud

2.16

Afstemming bouwkundig ontwerp en installatieontwerp

2.17

Verkoop van de woning

 

Naar uitvoeringsfase